Van twaalf tot achttien is het vakblad voor het voortgezet onderwijs. In het april nummer heb ik een gastcolumn geschreven over het onderwerp Labelen, waarin de voor- en nadelen van labelen aan de orde komen.
Schrijfster en opvoedcoach Liesbeth Hop is een landelijke campagne begonnen tegen het labelen van kinderen lees ik op zaterdagochtend, in een interview met haar, in het NRC. Ze maakt zich zorgen en roept op tot het stoppen met testen, diagnosticeren en categoriseren van kinderen! Ik voel een lichte irritatie opkomen wanneer ik het lees. Hoezo, ‘stoppen met testen en diagnosticeren van kinderen’? Volgens mevrouw Hop focussen we ons teveel op de tekortkomingen van kinderen en worden diagnoses als ADHD en Autisme tegenwoordig té snel en té gemakkelijk gesteld. Als docent in het VSO, waar ik dagelijks leerlingen met een diagnose onderwijs en begeleid, vraag ik mij af waarom die labels ‘van tegenwoordig’ door veel mensen als ‘negatief’ wordt ervaren.
Allereerst wil ik het misverstand uit de wereld helpen dat ‘labelen’ iets van deze tijd zou zijn. Al in de jaren ’60 en ’70 werd ADHD, toen nog MBD (minimal brain damage) genoemd, te pas en te onpas geopperd en gevreesd voor een modediagnose. Wél van deze tijd is dat dankzij wetenschappelijk onderzoek onze kennis ten aanzien van de diverse gedragsstoornissen inmiddels is vergroot. Kennis die zorgt voor nieuwe inzichten en bijdraagt aan een betere diagnostiek en behandeling. Persoonlijk ben ik blij dat we niet meer leven in de tijd waarin autisme nog werd afgedaan met een tekort aan liefdevolle aandacht, de zogenaamde ‘koelkast moeders’, en ander opvoedkundig falen van ouders. Wat dat betreft zijn we er dus flink op vooruit gegaan!
Stoppen met testen en diagnosticeren biedt geen oplossing voor de huidige problematiek, in plaats daarvan pleit ik voor het wegnemen van de negatieve beeldvorming rondom labels en het creëren van een andere denkwijze ten aanzien van deze labels. We zullen onze focus moeten verschuiven van ‘tekortkoming’ naar ‘mogelijkheid’ en ons niet zozeer richten op het willen laten verdwijnen van de tekortkoming maar op dát wat het kind nodig heeft. Ik ben het gedeeltelijk eens met mevrouw Hop, we focussen ons na een diagnose nog te veel op de tekortkomingen van kinderen. Met het gevaar op selffulfilling prophecy: het kind zal zich gaan gedragen naar de verwachtingen van zijn omgeving. De manier waarop een kind zijn zelfbeeld ontwikkelt en ervaart wordt tenslotte beïnvloed door de wijze waarop anderen het bekijken en benaderen. Dit kunnen we alleen voorkomen als we kijken naar wat het kind met een label wél kan.
Labels zijn ontstaan vanuit een behoefte aan houvast en duidelijkheid. Was je vroeger nog ‘raar’, ‘anders’ of ‘druk’, nu heb je ADHD. Het creëert begrip en helpt het kind en zijn omgeving om te gaan met de verschillen. Weten wat je mankeert, het een naam kunnen geven en verklaren, zorgt tenslotte voor acceptatie van jezelf en van je omgeving. Daarnaast, is mijn ervaring, opent het de juiste deuren tot ondersteuning en begeleiding. Laten we dankbaar zijn voor de ontwikkeling die we hebben doorgemaakt en daar ons voordeel mee doen. Labels zullen niet zo snel verdwijnen, wel kunnen we met alle kennis die we nu bezitten ervoor zorgen dat ook kinderen met een label voelen dat ze erbij horen en de ontwikkelingskansen krijgen die ze verdienen!